Als werkgever kunt u een zieke werknemer vragen om passende arbeid te doen. Hoe weten u en de werknemer wat passend is? En is de werknemer verplicht om de aangeboden passende arbeid te verrichten? Een praktijkgeval uit recente rechtspraak geeft inzicht.

Praktijkgeval
Een vrachtwagenchauffeur meldt zich ziek. De bedrijfsarts geeft in zijn re-integratieadvies aan dat de chauffeur momenteel ongeschikt is voor het eigen werk. Wat kan wel? Vervangende werkzaamheden, waarbij hij niet langdurig aaneengesloten dient te staan en/of (trap)lopen, frequent dient te bukken en/of knielen noch zwaar dient te tillen/dragen. Voor dergelijk passend werk geldt geen urenbeperking.

De chauffeur start met het vervangende werk, maar het gaat niet. Hij meldt zich weer ziek. De bedrijfsarts ziet vanwege onderlinge problemen een duurzame arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer niet voor zich en adviseert een outplacementtraject (2e spoor).

De werkgever roept vervolgens de chauffeur op om de passende arbeid bij een ander bedrijf uit te voeren. De chauffeur weigert en de werkgever stopt per die datum de loonbetaling.

Wat betekent passende arbeid?
Volgens de wet is passende arbeid alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd.

Is het doen van passende arbeid verplicht?
De wet bepaalt dat de werknemer geen recht op loon heeft tijdens de periode waarin hij zonder deugdelijke grond weigert passende arbeid te verrichten. De werknemer heeft een re-integratieverplichting: hij is verplicht gevolg te geven aan redelijke voorschriften en mee te werken aan maatregelen die erop zijn gericht hem zijn eigen of andere passende arbeid te laten verrichten.

Wie bepaalt wat passend is?
De bedrijfsarts stelt een re-integratieadvies op, waarin, zoals ook in dit geval, een omschrijving van passende arbeid kan zijn opgenomen. Soms geeft een arbeidskundige nog advies over de benutbare mogelijkheden van de werknemer, mede naar aanleiding van werkplekonderzoek. Ook dat is in dit geval gebeurd. Het lag in lijn met het advies van de bedrijfsarts. Bovendien onderschrijft het UWV in een aangevraagd deskundigenoordeel het advies van de bedrijfsarts. Er zijn geen medische redenen waarom de chauffeur het aangeboden werk niet zou kunnen verrichten.

Conclusie
De loonstop mag doorlopen totdat de werknemer bij het andere bedrijf begint met de vervangende arbeid.

Let op: De re-integratieverplichting is een serieuze zaak. Hoe ver die reikt, is afhankelijk van het advies van de bedrijfsarts en in tweede instantie van andere deskundigen die de werknemer en de situatie op de (vervangende) werkplek beoordelen.